Kerk H. Cunibertus (Wahlwiller)

Bron: www.kerkgebouwen-in-limburg.nl Aan de dorpsweg ligt, gescheiden door een kerkhof, het schitterende eeuwenoude kerkje van Wahlwiller. De daadwerkelijk oorsprong van dit kerkje is in nevelen gehuld, maar gaat zeker terug tot de elfde of twaalfde eeuw gezien de structuur van de kerk. Echter, de keuze van de patroonheilige doet een nog veel oudere kerk vermoeden. De H. Cunibertus die in de zevende eeuw 40 jaar bisschop van Keulen was, maakt het zeer wel mogelijk dat de kerk nog enkele eeuwen ouder is of dat er op z’n minst een voorloper heeft gestaan. 

De St. Cunibertuskerk werd voor het eerst vermeld in 1215. Hendrik III, hertog van Limburg, schonk de kerk het patronaatsrecht. Dat is het recht om in deze parochie de pastoor te laten benoemen door de Johannieterorde. Deze orde werd rond 1100 opgericht om langs de lange pelgrimsroutes richting Jeruzalem zieke en gewonde pelgrims te verzorgen. Net als allerlei andere ordes, zoals de Maltezer orde, ontving ook de Johannieter Orde veel grond, gebouwen en andere rechten in vrijwel geheel Europa. Zo hadden de Johannetier-orde ook grond en gebouwen te Mechelen gekregen.

De Johannieters, hadden naast het benoemingsrecht van de pastor in de Cunibertus-parochie ook de plicht te zorgen voor het onderhoud van het schip , de ramen, het koor en de altaren van de kerk. Uiteraard probeerden zij aan deze verplichtingen te ontkomen, zoals blijkt uit uit een proces dat in de jaren 1594-1597 werd gevoerd. De plicht werd in dat proces bindend neergelegd bij de Commandeur van de Johannieters te Mechelen.

De huidige kerk is eenbeukig met een toren aan de westkant en heeft een verlaagd koor aan de oostkant en twee dwarsbeuken van kalksteen. Delen van die kerk dateren duidelijk uit de elfde of twaalfde eeuw. Rond 1628 of 1643 eeuw heeft er een ingrijpende verbouwing plaatsgevonden omdat de kerk bijzonder bouwvallig moest zijn geweest. Toen werden de toren en het schip verbouwd of herbouwd. Ruim honderd jaar later dreigde de kerk opnieuw door bouwvalligheid in te storten en vond er wederom een restauratie plaats onder frater Johannes Goblet.

De kerk was in de negentiende eeuw een bedevaartsplaats voor voornamelijk Duitse bedevaartgangers. In 1860 werd de sacristie toegevoegd en in 1909 werden de romaanse vensters aangebracht. Maar de meest spraakmakende verandering onderging de kerk direct na de oorlog toen de kerk aan de binnenkant werd voorzien van muurschilderingen en een kruiswegstatie van Aad de Haas. De Haas maakte op panelen zestien in plaats van de veertien gangbare staties. Toegevoegd werden “Het verraad van Judas” en “De verrijzenis van Christus”. De werken veroorzaakten een rel binnen Roomskatholieke conservatieve kringen, dat in 1949 de schilderingen op aandringen van het Vaticaan werden verwijderd. Deze schilderingen zijn toen geplaatst in het Bonnefantenmuseum te Maastricht. Bij de algehele restauratie van de kerk in 1979-1980 werden de schilderingen van de Haas weer teruggeplaatst. 

Nadere bronnen en literatuur: