Burggraaf (Gulpen)

Op de linkeroever van de Geul, iets ten zuidoosten van Gulpen, ligt een van de grootste en hoogste mottes van Nederland. Het is mogelijk de voorganger van kasteel Neubourg. Het kasteel op deze motte Burggraaf wordt vermeld in dertiende eeuwse geschriften, maar dateert gezien het type motte waarschijnlijk van nog veel vroeger. In sommige publicaties wordt zelfs gesproken van een stichting van een Karolingische palissadenburcht op deze plek rond het jaar 600. De motte is niet gebouwd, maar is in feite een uitloper van de Dolsberg, die losggegraven is.

Gulpen en omgeving was door de Roomse Keizer Hendrik II in leen gegeven aan het Onze Lieve Vrouwekapittel te Aken. Deze plaatsten mensen in Gulpen die namens hen het beheer moesten uitvoeren, de zogenaamde voogden. Deze voogden kregen steeds meer greep op Gulpen en waarschijnlijk zijn zij de bouwers van de motte. In de 13e eeuw gebruikte het geslacht Van Gulpen (de Galopia) de burcht waarschijnlijk als zetel. In de eerste helft van de 14 eeuw werden Jan van Galopia (die tevens burgemeester te Aken was) en Jacob van Galopia (die ridder van de Duitse Orde was) opnieuw beleend met grond te Gulpen. Er was toen al sprake van een kasteel Nieuwenborgh. De nieuwe naam doet vermoeden dat het oude kasteel “oude burg” werd genoemd en hierdoor is de naam Neubourg ook verklaard. Wanneer het oude kasteel op de burggraaf is verdwenen is onbekend. Op een kaart uit 1764 zijn nog restanten van het kasteel opgenomen.

Nadere bronnen en literatuur:

Tags

Tijdsperiodes

Thema's

Beroepen