Heeckeren, J.D.C. van (schout schepenbank Heerlen)

 Schout, 31 oktober 1730 - 11 juli 1795

Baron Jacob Derk Carel van Heeckeren van Kell werd op 31 ok­tober 1730 te Zutphen geboren als zoon van Baron Assueer van Heeckeren en Henrietta Johanna Elisabeth Agatha Walrave van Laer. Hij kreeg een zorgvuldige opvoeding en studeerde ver­volgens rechten aan de Universiteit van Leiden. Al voor 1752 werd hij kamerheer van Prins Willem IV. Later werd hij dat ook van Prins Wil­lem V. In 1780 werd hij bevorderd tot opper­stal­meester aan het hof. Van Heeckeren bekleedde naast zijn func­ties aan het hof vele andere ambten: burge­­meester van Zutphen en Groen­lo; landdrost van het Graafschap Zutphen; buiten­­gewoon raad in het Hof van Gelderland; gecommit­teer­de ter Staten-Generaal en in de Raad van State; groot­baljuw van het Vrije van Sluis (27 maart 1775) en gedeputeer­de naar de Generaliteits-Rekenkamer (1777). Op 41-jarige leeftijd, op 20 november 1771, trouwde hij op het Stadhouderlijk Hof in Den Haag met Johanna Juliana van Was­senaer Starrenburg.

In onze streken trad van Heeckeren in de hoge staatscolle­ges op als speciaal gecommitteerde voor de stad Maastricht en de Landen van Overmaas. Hij verbleef dan ook regelmatig in on­ze regio. Minstens een keer bekleedde hij de belangrijke func­tie van commissaris-deciseur van Staatse zijde in het twee­herig Maas­tricht. Deze stad was namelijk in 1632 door stad­houder Frederik Hendrik veroverd. Vanaf dat jaar waren de Staten-Generaal de koning van Spanje in zijn waardigheid van hertog van Brabant opgevolgd als een van de twee heren van Maastricht (naast de bisschop van Luik). De commissarissen waren de vertegen­woor­digers van de Hoog­mogenden (Sta­ten-Generaal) en vervulden een belangrijke rol op bestuurlijk, rechtsprekend en wetgevend gebied. Zij voerden het opper­toezicht over de stedelijke instel­lingen en financiën. De heren commissarissen-deciseurs genoten veel aanzien, werden aan­gesproken met "Edelmogenden" en werden in Maastricht met luister ontvangen. De inwoners van Staats-Overmaas, waartoe ook Heer­len behoorde, konden bij hen terecht voor klachten en kwesties over bestuur en recht­spraak. De commissarissen wonnen informatie in over hun gebied en gaven advies aan de Staten-Generaal in Den Haag.

De familie Van Heeckeren was een van de machtige families in de 18e-eeuwse Republiek der Verenigde Provinciën. Andere families waren de Bentincks en de Schim­melpennincks.

Baron van Heeckeren was ook schout van Heerlen. Het is (nog) niet te achterhalen hoe hij aan dit ambt gekomen is. Ver­moe­delijk heeft hij het gekocht. Reeds in 1756 wordt hij als schout van Heerlen genoemd, maar het is goed moge­lijk dat hij toen al enke­le jaren in functie was. Hij bleef schout tot de komst van de Fransen in 1794. Het ambt oefen­de hij niet zelf uit. Hij benoemde een plaats­vervanger met de titel vice-schout of luitenant-schout. Achter­eenvolgens werd deze functie bekleed door de regenten van Overmaas mr. A.J.J. Vignon, mr. J.W. Heldevier en J.H. Lam­berts. Baron van Heecke­ren is op 11 juli 1795 te Zutphen overleden.

Nadere bronnen en literatuur:

Tags

Plaatsen

Tijdsperiodes

Beroepen