Grunsven, M.F.G.M. van (burgemeester Heerlen)
Burgemeester, 4 december 1896 - 24 juli 1969
Marcel van Grunsven werd op 4 december 1896 te Gennep geboren. Zijn vader was gemeentesecretaris van Gennep en later burgemeester van Ottersum. Zijn middelbare schoolopleiding volgde hij aan het Bisschoppelijk College te Weert. De jonge Marcel van Grunsven wilde ook graag gemeentesecretaris worden. Na zijn middelbare school moest hij zich echter tevreden stellen met een baan bij de gemeente Ottersum. Na drie jaar had hij de voor de wet geldende leeftijd van 23 jaar bereikt en kon hij gemeentesecretaris worden. In de tussentijd had hij, om beter carrière in gemeentedienst te kunnen maken, het diploma gemeentefinanciën behaald.
Nog geen vier jaar later, in 1923, werd hij al benoemd tot burgemeester van Susteren, een gemeente die er in die tijd financieel slecht voorstond. In deze plaats ging hij voortvarend te werk. Naast het spoorwegemplacement, het rangeerstation van de mijnstreek, kwam er een nieuwe woonwijk voor spoorwegarbeiders, gebouwd door Jos Wielders, een architect van de Amsterdamse School. Op het rangeeremplacement werd een seinhuis gebouwd in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid.
Het bestuurlijk en financieel talent dat hij had geërfd van zijn vader, viel op bij de provinciale overheid. In 1926 werd hij gevraagd voor de post van burgemeester van Heerlen. Hij had het er aanvankelijk niet gemakkelijk. De raadsvergaderingen verliepen door politiek geharrewar nogal chaotisch. Er was een schuld van tien miljoen weg te werken. In de raadsvergaderingen wist Van Grunven door strakke leiding een einde te maken aan overbodig gepraat en na enkele jaren had hij de gemeentefinanciën gezond. De bezuinigingen van de nog jonge burgemeester zetten veel kwaad bloed, maar later zag men toch in dat ze juist en nodig waren geweest. Een persoonlijk offer schuwde hij niet. Hij nam zelf genoegen met duizend gulden minder salaris. Er werd een reservefonds gevormd. In de crisis van de jaren dertig bleek dit fonds goed van pas te komen.
De gemeente verleende onder zijn bewind ook medewerking aan de uitwerking van het Streekplan Zuid-Limburg. De verbetering van de toegangswegen ging de burgemeester ter harte. Er kwam een tunnel bij de Oranje-Nassaumijn I. Het Aambos werd uitgebreid, er werd een vijver aangelegd in Meezenbroek en er kwamen in Heerlen verschillende plantsoenen bij. Ook voor de werkgelegenheid werd gezorgd. Er kwam een gemeentelijke arbeidsbeurs en voortvarend werd de werkloosheid in Heerlen bestreden. Daarvoor werd onder andere een Centrale Werkplaats voor jeugdige werklozen opgericht. De gemeentelijke bedrijven werden flink uitgebreid. Ook op onderwijsgebied werd veel tot stand gebracht. Dat alles had vooral in de eerste 12½ jaar van het burgemeesterschap van Van Grunsven plaats.
Zijn visie was van Heerlen een moderne stad te maken met aaneengesloten bebouwing, onderbroken door groene zones. Door de crisis van de jaren dertig en door de Tweede Wereldoorlog werd hij in de uitwerking van zijn ideeën beperkt. Toch weerhield dit hem er niet van om in deze moeilijke jaren de stad Heerlen met een aantal bouwwerken te verrijken. In 1933 nam de nieuwbouw van het confectiewarenhuis Schunck een aanvang: het 'Glaspaleis' van architect Frits Peutz. In 1935 werd het opmerkelijke gebouw geopend. In hetzelfde jaar verrees aan de Valkenburgerweg het Sportfondsenbad. In 1937 kwam het Royaltheater gereed, eveneens een ontwerp van Peutz. Kort voor de oorlog startte de bouw van het nieuwe gemeentehuis, alweer van Peutz, dat in 1948 werd geopend.
Na de oorlog begon de grote stadsvernieuwing van Heerlen. Onder andere de doorbraken van de Saroleastraat naar de Dr. Poelsstraat en van de Dautzenbergstraat naar het Wilhelminaplein/Bongerd, de aanleg van de Groene Boord en de bouw van de nieuwe Stadsschouwburg. Als vaste nevenactiviteiten had de burgemeester het voorzitterschap van de R.K. Stichting Moederschapszorg (het bestuur van de Vroedvrouwenschool) en het voorzitterschap van het bestuur van het St. Jozefziekenhuis. Verder was hij bestuurslid van het Waterschap van de Geleen- en Molenbeek en commissaris van de Bank voor Nederlandse Gemeenten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft Van Grunsven een belangrijke rol vervuld. Heel wat collegaburgemeesters traden bij de komst van de bezetter af. Van Grunsven bleef op zijn post en maakte het de Duitsers heel moeilijk. Hij kende precies de gemeentewet en zijn bevoegdheden en wist daardoor maatregelen van de bezetter te saboteren, te vertragen en ongedaan te maken. Hij was hierin zeer onwrikbaar en toonde veel moed. Meteen tijdens de eerste raadsvergadering in mei 1940 bracht hij hulde aan de Koningin en riep hij op voor haar te bidden. Deze uitspraak leverde hem een berisping van de Duitsers op, een van de vele die hij in de daarop volgende jaren nog zou krijgen. Zijn grootste succes boekte hij in die tijd door te voorkomen dat een NSB-er in Heerlen politiecommissaris werd. Hij was tegenover de Duitsers zeer brutaal. De enige houding waarvoor zij gevoelig waren.
Van Grunsven was een sterke persoonlijkheid. Hij wekte daarom bij menigeen de schijn dat hij een dictator was. Hier kreeg hij ook de kans voor. Sterke tegenspelers die tegenargumenten konden aandragen had hij niet. Iemand die goede argumenten had vond gehoor bij hem, maar hij had er dan toch moeite mee. Hij was en bleef een eenling die niet altijd begrepen werd. Een regent die eigen opvattingen had over het burgemeestersambt. Hij wist natuurlijk dat de gemeenteraad het hoogste orgaan in de gemeente was, maar als er snel beslissingen genomen moesten worden, vond hij het noodzakelijk dat de burgemeester alleen handelde. Later bleek vaak dat die beslissingen de juiste waren. Het leek moeilijk een dergelijk besluitvaardige burgervader op te volgen.
Op 31 december 1961 ging burgemeester van Grunsven met pensioen. Hij was ruim vijfendertig jaar de bestuurder van Heerlen geweest. Als erkenning voor zijn vele verdiensten voor de stad werd hij benoemd tot ereburger van Heerlen. Het plein voor de Stadsschouwburg kreeg zijn naam en er werd een Heerlense cultuurprijs ingesteld, de 'Van Grunsvenprijs'. Tijdens de vijfendertig jaar van zijn burgemeesterschap ontving Van Grunsven vele onderscheidingen. Op 24 juli 1969 overleed hij op 72-jarige leeftijd.
Nadere bronnen en literatuur:
- Persoonsdocumentatie M.F.G.M. van Grunsven.
- Bakker, B. en G. Lucas, Burgemeester in oorlogstijd. M.E.G.M. van Grunsven, burgemeester van Heerlen tijdens de Tweede Wereldoorlog( = Preofielwerkstuk Geschiedenis Sintermeertencollege 2001).
- Cammaert, F en M. Put, ‘Eindelijk een echte burgemeester’. Feiten en fabels over Marcel van Grunsven 1940-1946, Roermond 2014.
- Dohmen, J., De geur van kolen, Heerlen 2013.
- Grunsven, M. van, Een rehabilitatie van mijn opa in De Groene Amsterdammer 2 oktober 2014
- Kleijn, S., Vitaal burgemeester van een onstuimige stad, in: Tussen de rails 10(1961) nr. 7 (december), 22-25.
- Tummers, N.H., Dohmen, A en V. Delheij, Het centrum van Heerlen en het spoor van de avantgarde: Heerlen tijdens het burgemeesterschap van Marcel van Grunsven, 1926-1962, Heerlen 1996.