Onze archieven en collecties

« Terug naar Rijckheyt
Uw zoekacties: Gemeente Voerendaal, (1893) 1951-1981 (1983)

T204 Gemeente Voerendaal, (1893) 1951-1981 (1983)

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Korte schets van de ontwikkeling van het bestuur en het gebied (1.1.)
T204 Gemeente Voerendaal, (1893) 1951-1981 (1983)
1. Inleiding
Korte schets van de ontwikkeling van het bestuur en het gebied (1.1.)
Voor de ontstaansgeschiedenis van de gemeente Voerendaal raadplege men de Inventaris van de Archieven der gemeente Voerendaal (1797) 1800-1950 (1973).
De voorliggende inventaris omvat de periode vanaf 1951 tot de herindeling van gemeenten in Zuid-Limburg in 1982. De beginperiode 1951 vindt zijn oorzaak in het feit, dat in 1951 het gemeentebestuur van Voerendaal besloot zich per 1 januari 1951 aan te sluiten bij het registratuurbureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. *  Dit hield ondermeer in, dat men de bestaande archiefordening niet meer toepaste en vanaf die datum op basis van het dossierstelsel ofwel de zaaksgewijze ordening verder ging. Om toch een beeld te krijgen van het begin van de periode 1951 is het goed om te kijken naar het zittende bestuur. De voorzitter van de raad was burgemeester M.J.H. Dautzenberg, die het college vormde met wethouders B. Engeln en P. Janssen, als leden van de raad kende men: H. Meessen, L.H. Ubaghs, L.H. Frusch, G.J. Zinzen, J. Vaessen, P. Arets, J. Moonen, N. Huijts, B. Schoenmakers. * 
Wegens vertrek uit de raad van wethouder P. Janssen dient de vacature ingevuld te worden. In de vergadering van de raad van 30 mei 1952 wordt het nieuw benoemde lid H. Crutzen beëdigd. In de plaats van wethouder wordt na stemming door N. Huijts genomen. * 
Voerendaal gegroeid van een agrarische tot ook een aantrekkelijke woongemeente, omgeven door rijk natuurschoon, rijkelijk voorzien van kastelen en historische hoeven. Een kerkhistorie die van zich deed spreken, al in de vroege historie.
Als landelijk gemeente c.q. agrarische gemeente heeft Voerendaal ook het proces van de ruilverkaveling doorgemaakt en wel van voor de oorlog tot in de jaren zeventig. Reeds voor de oorlog waren met de landbouwers van Ubachsberg besprekingen gevoerd om te komen tot ruilverkaveling in het Ransdalerveld. Dit proces wordt dan na de oorlog weer opgepakt. De Plaatselijke Commissie voor Ruilverkaveling Ransdalerveld heeft zich enorm ingezet om de plannen voor eenieder mogelijk zo bevredigend mogelijk te realiseren. * 
In 1953 komt er een nieuwe raad in de gemeente. *  Na de verkiezing van een nieuwe raad op 27 mei 1953 worden de volgende leden benoemd: L.H. Frusch, N.J. Huyts, J.H. Meessen, J.A. Rameckers, J.J.F.M. Senden, J.W.H. Sieben, Fr. Theunissen, J.Th.D.M. Treuen, L.H. Ubaghs, J.W.M. Vaessen, G.J. Zinzen. * 
Bij het slot van zittingsperiode van de oude raad worden de leden door de burgemeester hartelijk bedankt voor de samenwerking en het diepe verantwoordelijksheidsbesef welke zich in de raad demonstreerde. Het grote probleem van de woningnood is nog niet geheel opgelost echter de besluitvorming van de oude raad hebben voor de ontwikkeling van de particuliere woningbouw en als woongemeente voor het nabij gelegen industriegebied zullen verstrekkende gevolgen hebben voor de gemeente. * 
Bij besluit van de voorzitter van het Centraal Stembureau van 9 juni 1953 wordt de heer B. Schoenmakers benoemd als lid van de raad. Dit i.v.m. het niet aannemen van de benoeming van Fr. Theunissen. * 
In de vergadering van 1 september 1953 volgt de beëdiging van de nieuw benoemde leden van de raad: L.H. Frusch, N.J. Huyts, J.H. Meessen, J.A. Rameckers, J.J. F.M. Senden, J. W.H. Sieben, J.Th.D.M. Treuen, L.H. Ubaghs, J.W.M. Vaessen, G.J. Zinzen en B. Schoenmaekers. Als wethouders worden gekozen J.W.M. Vaessen en L.H. Ubaghs. *  Als plaatsvervangend burgemeester wordt Leo Hubertus Ubaghs, geboren te Hulsberg 9 mei 1888, gekozen. * 
Het gemeente-wapen is officieel verleend bij Koninklijk Besluit van 13 november 1896 no. 64 en is na 1948 niet veranderd of opnieuw geregistreerd of omschreven. * 
Op 1 januari 1954 bedroeg het aantal inwoners van de gemeente 5477. *  In een gemeenschap is onderwijs niet weg te denken. In Nederland heeft onderwijs een belangrijke rol gespeeld. Van kloosterscholen tot een voor eenieder landelijk geldende wet kende een lange weg. De schoolstrijd, welke het politieke leven in ons land in de 19e eeuw kende en uitmondde in de grondwetsherziening van 1848, zou de vrijheid van onderwijs brengen. Van overheidswege moet ook voldoende openbaar lager onderwijs, met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen, worden gegeven. Zo kende de gemeente Voerendaal in de plaats Ubachsberg een school voor openbaar lager onderwijs.
Ten aanzien van het openbaar lager onderwijs volgt een besluit van de raad om per 1 januari 1955 de enige openbare lagere school voor gewoon lager onderwijs in de gemeente te Ubachsberg op te heffen. Het R.K. Kerkbestuur St. Bernardus te Ubachsberg deed een verzoek om medewerking te verlenen voor de stichting van een R.K. Bijzondere Lagere School voor jongens en meisjes. De ingeschreven leerlingen aan de openbare school zijn Rooms Katholiek en aangenomen mocht worden dat ouders, voogden of verzorgers dan ook hun kinderen deze school voor bijzonder onderwijs laten bezoeken, zodat er geen grond meer is om dat hier openbaar onderwijs noodzakelijk is. * 
In verband met het overlijden van het raadslid L.H. Ubaghs op 4 september 1954, wordt bij besluit d.d. 9 september 1954 van de voorzitter van het Centraal Stembureau Fr. Theunissen benoemd verklaard tot lid van de raad. Op 21 oktober 1954 volgt de aanwijzing van Johannes Wilhelmus Maria Vaessen als plaatsvervangend burgemeester. In 1955 volgt er nog een wijziging in de samenstelling van de raad. Het raadslid J.H. Meesen gaat zich vestigen in de gemeente Heerlen, waardoor de grondslag voor zijn benoeming vervalt. In zijn plaats wordt de heer H.J. Pluijmen bij besluit van 14 april 1955 van de voorzitter van het Centraal Stembureau als lid benoemd. * 
Het aantal inwoners op 1 januari 1956 bedroeg 5859. * 
Ingevolge de wet van 12 april 1956 Stbl. 162 moest in 1956 in geheel Nederland een woningtelling worden gehouden, ten doel hebbende om een inzicht te krijgen in de omvang en vooral de structuur van de woningvoorraad. Op de tweede plaats had de telling tot doel gegevens op te leveren omtrent de bezetting van de woningen met huishoudens en alleenstaanden, om op grond van deze gegevens te kunnen komen tot berekeningen omtrent het woningtekort. In Voerendaal leverde dat de volgende uitkomst op, de woningvoorraad bedroeg 1121 woningen, de woningbehoefte was 1290 woningen en dus een woningtekort van 169 woningen. Dit tekort is gebaseerd op het aantal per 30 juni 1956 in de gemeente gevestigde gezinnen en alleenstaanden (hoofdbewoners). Hierbij zijn niet meegeteld de vele personen, die in verband met de woningnood nog geen gezin hebben kunnen stichten kozen dienden te worden.
Burgemeester M.J.H. Dautzenberg heeft de verkiezingen voor nieuwe leden van de raad niet meer mogen mee maken, hij overleed op 1 april 1958. Wethouder, tevens loco-burgemeester, J.W.M. Vaessen gaat de vacature als vervanger invullen. Aangezien burgemeester Dautzenberg ook ambtenaar van de Burgerlijke Stand was, wordt per 1 april de onbezoldigd ambtenaar Burgerlijke Stand Jan Leonard Vliegen benoemd tot bezoldigd ambtenaar der Burgerlijke Stand.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen op 28 mei 1958 werden benoemd: L.H. Frusch, N.J. Huyts, J.A. Rameckers, J.J.F.M. Senden, J.W.H. Sieben, J.Th.D.M. Treuen, J.W.M. Vaessen, G.J. Zinzen, J.H.J. Beuken, J.M.H. Eurlings, C.J.H. Franssen, J.G.J. Schreijen, H.G.L. Smeets. * 
In 1958 had de gemeente een probleem. Er was nog geen nieuwe burgemeester en op 2 september 1958 moest een nieuw gekozen gemeenteraad in functie treden. Normaliter voorziet de Gemeentewet in deze zaken. Het oudste lid zou in dit geval optreden als voorzitter of een door de Commissaris der Koningin aangewezen lid. Het oudste lid in jaren J.A. Rameckers geeft echter te kennen niet voornemens te zijn om als voorzitter te fungeren. Daarom verzoekt men de Commissaris der Koningin een lid aan te wijzen om als voorzitter te fungeren. Bij besluit van 26 augustus 1958 van de Commissaris der Koningin wordt de heer J.W.M. Vaessen aangewezen als plaatsvervangend burgemeester tot het tijdstip waarop de aanwijzing van een plaatsvervangend burgemeester volgens de Gemeentewet zou hebben plaats gevonden. Zoals gebruikelijk werden in september bij de beëdiging van de benoemde raadsleden de volgende heren gekozen tot wethouder namelijk, J.W.M. Vaessen en J.M.H. Eurlings.
Het nieuwe college bestaande uit Johannes Wilhelmus Maria Vaessen, landbouwer te Voerendaal en Jan Maria Hendrik Eurlings, van beroep bouwkundige, besluiten J.W.M. Vaessen als plaatsvervangend burgemeester aan te wijzen. * 
Bij Koninklijk Besluit van 1 september 1958 wordt G.J.H. Frencken benoemd tot burgemeester van Voerendaal, onder gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester van Wessem. Hiermede komt een einde aan een periode van 5? maand, gedurende welke de heer Vaessen, na het overlijden van burgemeester Dautzenberg, leiding aan het bestuur van de gemeente had gegeven. * 
Evenals de huisvesting van de inwoners is de huisvesting van de burgemeester een zorg van het gemeentebestuur. In 1958-1959 start men met de aankoop van een bouwterrein, gelegen aan de Hoolstraat, voor de bouw van een ambtswoning voor de burgemeester. * 
Bij Koninklijk Besluit van 30 december 1958 wordt aan de burgemeester Frencken toestemming verleend om tot 1 januari 1960 in de gemeente Heerlen te wonen, i.v.m. de bouw van de nieuwe ambtswoning. * 
Op 13 maart 1959 brengt de commissaris der Koningin in Limburg een administratief bezoek aan de gemeente. Hierbij wordt onder andere aandacht geschonken aan de loop der bevolking, het forensisme, het toerisme, de woningbouw en de woningnood. Ook komt tet onderwijs aan bod, dat in de drie dorpskernen met wensen zit. De financiële toestand van de gemeente wordt uitvoerig besproken. De drie kerkdorpen worden bij de rondrit aangedaan en het werkbezoek wordt besloten met een bezoek aan kasteel-hotel Cortenbach. * 
Bij besluit van de voorzitter van het Centraal Stembureau d.d. 27 april 1959 wordt P.G.M. Huveneers benoemd verklaard tot lid van de raad. Dit wegens het verlies van een der vereisten van het lidmaatschap van de raad van J.A. Rameckers door verhuizing naar Ubach over Worms. * 
Op 21 mei komt de gemeente-onvanger F.J.H. Senden te overlijden. De raad der gemeente besluit om per 1 juli 1959 H.J. Boumans te benoemen tot nieuwe gemeente-ontvanger van Voerendaal. * 
In de eerste vergadering van de raad in 1960 blikt burgemeester Frencken terug. Hij geeft in zijn toespraak aan, dat de gemeente in een zeer kort tijdsbestek van een vrijwel volledig agrarisch dorp, weliswaar gemarkeerd en gesierd door enkele kastelen en prachtige oude hoeven, ineens geroepen en gedwongen is, om een woongemeente te worden. Een gemeente, waarin "andere" mensen die elders hun ambt of beroep uitoefenen, samen met onze mensen kunnen leven en wonen; in ons Voerendaal, woon- of zo u wilt forensengemeente. Een dergelijke evolutie stelt een gemeentebestuur evenwel onvermijdelijk voor problemen van velerlei aard.
De bevolking steeg in 1960 van 6462 tot 6603 inwoners en in 1961 met 267 tot 6870 inwoners. De problemen m.b.t. de woningnood groeien nog steeds, mede door de eerder genoemde ontwikkelingen. Het aantal woningzoekenden bedroeg per 1 januari 1962 totaal 303 personen. * 
Door het overlijden van het raadslid L.H. Frusch kan niet worden voorzien in de opengevallen plaats van raadslid. De voorzitter van het Centraal Stembureau besluit daarom op 5 juli 1961 dat de opengevallen plaats onbezet blijft tot de volgende verkiezing. Op de lijst is geen kandidaat meer beschikbaar. * 
Op 30 mei 1962 zijn er weer verkiezingen voor de samenstelling van de gemeenteraad. Na de vaststelling van de uitslag door het Centraal Stembureau worden de volgende leden benoemd: N.J. Huyts, J.W.H. Sieben, J.Th.D.M. Treuen, J.W.M. Vaessen, G.J. Zinzen, E.J.M.H. Eurlings, C.J.H. Franssen, J.G.J. Schreijen, H.G.L. Smeets, J. Hermkens, P.M.G. Huveneers, J.E. Verhoeven en H.W.P. Willems. * 
Op 17 september wordt J.W.M. Vaessen, lid van de K.V.P. als plaatsvervangend burgemeester aangewezen. * 
Het gemeentehuis dient te worden uitgebreid. In 1962-1965 vindt de verbouwing en de inrichting van het klooster aan de Hogeweg 2 voor gebruik als gemeentehuis plaats. *  In 1963 koopt de gemeente het klooster met ondergrond, tuin, erf en verdere aanhorigheden aan. Dit kloostercomplex behoorde toe aan de St. Josephstichting te Hulsberg. * 
Bij Koninklijk Besluit van 8 augustus 1964 wordt G.J.H. Frencken als burgemeester herbenoemd.
Wegens het ontslag van het raadslid G.J. Zinzen, wordt door de voorzitter van het Centraal Stembureau besloten, dat per 1 december 1964 J.H. Scheepers wordt benoemd, wegens het openvallen van een plaats. Op 8 december wordt door de voorzitter besloten, dat ter benoeming van een lid van de raad, noodzakelijk geworden door het openvallen van een plaats wegens het niet aannemen van de benoeming door de heer J.H. Scheepers, de heer J.J. Meulenberg is benoemd. * 
In de jaren 1963, 1964 ondergaat de gemeentelijke administratie c.a. een reorganisatie. * 
Op 17 januari 1964 laat het college van burgemeester en wethouders een schrijven uitgaan aan de chefs van de'afdeligen van de gemeente-secretarie met als onderwerp reorganisatie van de gemeentelijke administratie c.a.
Nu de bezwaren van krappe huisvesting zijn weggenomen door overbrenging van de kantoren van het gemeentehuis naar het verbouwde klooster en de ter beschikking gekomen werkruimten aan redelijke eisen voldoen, wordt voorgesteld om over te gaan aan de langer gekoesterde wens van reorganisatie van de gemeentelijke administratie in volle omvang.
In dit schrijven wordt weergegeven hoe het college denkt dat de verwerking van de post dient te gebeuren, alsmede de verdere administratieve behandeling in de organisatie. Het college gaat ervan uit dat geen poststukken meer, hoge uitzonderingen daargelaten, in de vergadering van burgemeester en wethouders of de burgemeester, zullen worden gebracht alvorens deze op de betreffende afdelingen zijn behandeld. In de regeling die vanaf 20 januari 1964 ingaat wordt aangegeven hoe de behandeling en routing van de stukken moet worden, algemene opmerkingen betreffende gebruik van materialen, alsmede het hanteren van werktijden waar eenieder zich aan dient te houden.
Door verhuizing naar een andere gemeente van het raadslid P.M.G. Huveneers, verliest deze een van de vereisten van het lidmaatschap van de raad. Door het openvallen van de plaats in de raad, besluit de voorzitter van het centraal stembureau per 16 november 1965 ter benoeming van een lid van de raad, de heer F.J. Moonen benoemd te verklaren. * 
Op 1 juni 1966 zijn er weer verkiezingen voor de leden van de nieuwe gemeenteraad. Door het centraal stembureau worden de volgende leden benoemd verklaard: N.J. Huyts, J.W.H. Sieben, J.Th.D.M. Treuen, J.W.M. Vaessen, E.J.M.H. Eurlings, C.J.H. Franssen, J.G.J. Schreijen, B.A. Engeln, G.C.F.M. Krekelberg, F.J. Moonen, E.M. Rameckers, A.J. Severens en J. Zweers. *  De raad besluit om per 8 september 1966, wethouder Jozef Willem Hubert Sieben, van beroep kalkexploitant en lid van de K.V.P. aan te wijzen tot plaatsvervangend burgemeester van Voerendaal.
Per 13 januari 1967 wordt P.J. Zinzen benoemd verklaard wegens het verlies van een van de vereisten voor het lidmaatschap van de raad van J.W.M. Vaessen wegens verhuizing naar een andere gemeente. * 
De woningnood blijft nog steeds in de gemeente. Toch wordt er stevig door het gemeentebestuur aan gewerkt. Op 2 december 1968 wordt de 1000ste na de oorlog gebouwde woning in de gemeente officieel in gebruik genomen. * 
De eerste donkere wolken boven Zuid-Limburgse gemeenten doemen op in 1968. Het college van Gedeputeerde Staten doet een voorstel tot gemeentelijke herindeling van Zuid-Limburg door terugbrenging van het aantal gemeenten van 62 naar 14. *  Dit proces loopt tot 1974, waarna enkele later het proces verder gaat.
Bij Koninklijk Besluit van 13 januari 1969 wordt aan burgemeester G.J.H. Frencken eervol ontslag verleend per 1 februari. Per diezelfde datum wordt hij inspecteur bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds in het rayon Eindhoven. *  J.W.H. Sieben fungeert als loco-burgemeester en de heren E.J.M.H. Eurlings en A.B. Engeln als wethouders. De procedure om te komen tot een nieuwe burgemeester voor Voerendaal gaat van start. Aangezien niet zo snel tot invulling van de vacature wordt gekomen wordt met ingang van 13 oktober 1969, loco-burgemeester J.W.H. Sieben van de gemeente Voerendaal, tijdelijk belast met de waarneming van het burgemeestersambt in de gemeente. Bij Koninklijk Besluit van 12 oktober 1971 wordt Jozef Willem Hubert Sieben, lid van de K.V.P., tot burgemeester van Voerendaal benoemd. * 
Besluit van de voorzitter van het Centraal Stembureau ter benoeming van een lid van de raad, noodzakelijk geworden door het openvallen van een plaats van 13 oktober 1969, waarbij G.W. Bisschops wordt benoemd, wegens ontslag van J.W.H. Sieben. * 
In 1969 zijn er met betrekking tot het bestuur wat veranderingen geweest. Nadat de burgemeester de gemeente heeft verlaten, zal ook de gemeente-secretaris J.L. Vliegen de gemeente-dienst verlaten. Per 15 november 1969 wordt aan hem eervol ontslag verleend i.v.m. het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De heer Vliegen was tevens secretaris-penningmeester van het Burgerlijk Armbestuur. Daarnaast werd hem ook eervol ontslag verleend als Ambtenaar van de Burgerlijke Stand.
Zeven jaar eerder, en wel op 1 september 1962 was de heer J.L. Vliegen al eens in het zonnetje gezet. Op die dag was er een openbare vergadering van de raad, waarin als enig agendapunt aan de orde kwam, de huldiging van J.L. Vliegen, secretaris van de gemeente Voerendaal, bij gelegenheid van de viering van diens 40-jarig dienstjubileum.
Op 1 maart 1969 is er weer een buitengewone openbare vergadering van de raad, nu bij gelegenheid van het 40-jarig ambtsjubileum van secretaris J.L. Vliegen. Een echte feestvergadering voor het feit dat hij 40 jaar het ambt van secretaris in de gemeente heeft mogen uitoefenen. Bij besluit van de raad van 19 augustus 1969 wordt aan hem de erepenning der gemeente toegekend op grond van zijn verdiensten voor de gemeente van 1922-1969 als gemeente-ambtenaar en van 1929-1969 als gemeente-secretaris, uitgereikt op 14 november 1969. * 
Als opvolger van de heer J.L. Vliegen wordt voorzien bij besluit van de raad van 27 mei 1969, daarin wordt Ch. H. Geelen benoemd tot nieuwe gemeente-secretaris met ingang van 15 november 1969. * 
Als plaatsvervangend burgemeester in casu loco-burgemeester wordt op 27 november 1969 Eugene Jan Maria Hendrik Eurlings, van beroep bouwkundige bij de Staatsmijnen en lid van de K.V.P. gekozen. * 
Het inwoner-aantal is per 1 januari 1970 gestegen tot 7979 inwoners. * 
De verkiezing van nieuwe leden van de raad staat op 3 juni 1970 op het programma. Na de vaststelling van de uitslag, worden door het Centraal Stembureau de navolgende leden als benoemd verklaard: G.W. Bisschops, G.H Claessens, A.B. Engeln, E.J.M.H. Eurlings, C.J.H. Franssen, N.J. Huijts, H.J.M. Keijbets, G.C.F.M. Krekelberg, K.M. Lemmens, F.J. Moonen, E.M. Rameckers, A.J. Severens en J.Th.D.M. Treuen. *  De heren A.B. Engeln en N.J. Huijts worden gekozen als wethouder. De heer Anthonius Bernardus Engeln, van beroep hotelhouder en lid van de K.V.P. wordt per 4 september 1970 aangewezen als plaatsvervangend burgemeester. *  In 1971 wordt J. Hermkens benoemd per 13 januari wegens het openvallen een plaats in de raad. * 
Bij besluit van de raad van 28 september 1971 wordt de Verordening met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het kasbeheer der gemeente Voerendaal vastgesteld. Hierdoor wordt uitvoering gegeven aan het bepaalde in artikel 127b van de Gemeentewet. Met ingang van 1 januari 1972 wordt de functie van gemeente-ontvanger vervangen door die van comptabele. * 
Aan het welzijn van de inwoners wordt midden en eind jaren zestig ook hard gewerkt. Na een lange tijd van voorbereiding en uitvoering wordt op 10 juli 1971 het sportcomplex de Joffer in gebruik genomen. * 
Het inwoner-aantal bedraagt per 1 januari 1974 8465 inwoners. * 
Bij de verkiezing van de leden van de raad op 29 mei 1974 worden de navolgende leden benoemd: G.W. Bisschops, C.C.F. Bogaardt, G.H. Claessens, C.J.H. Franssen, W.H.M. Hermans, N.J. Huijts, M.H.M. Kloth, G.J.E. van Laar, K.M. Lemmens, F.J. Moonen, A.J. Severens, H.P. Vondenhoff en J.A.J. Vonk. *  Als wethouders worden door de raad gekozen de heren A.J. Severens en G.H. Claessens. Wethouder Antoon Jozef Severens, gepensioneerd ondergronds mijnopzichter en lid van de K.V.P., wordt per 4 september 1974 aangewezen als plaatsvervangend burgemeester. *  Wegens ontslag van N.J. Huijts als lid van de raad, wordt per 7 november 1974 als raadslid J. Hermkens benoemd. In 1975 komt, wegens het overlijden van het raadslid C.J.H. Franssen, de heer P.J. Zinzen in de raad.
Door ontslag van de gemeente-ontvanger H.J. Boumans wegens ziekte komt de functie van comptabele der gemeente per 1 april 1975 vrij. De raad besluit op 29 mei 1975 Gijsbertus Antonius Gerardus Biemans te benoemen tot comptabele der gemeente Voerendaal. * 
In 1976 komt door het overlijden van het raadslid en wethouder/loco-burgemeester A.J. Severens op 30 september 1976 een plaats open in de raad. Deze wordt per 1 oktober 1976 opgevuld door J.F. Moonen.
Op 21 oktober 1976 wordt Gerardus Henricus Claessens, van beroep medewerker accountantsbureau en lid van het CDA, aangewezen als plaatsvervangend burgemeester. Een maand later, namelijk per 1 november, komt er weer een plaats open te vallen door het verlies van een van de vereisten van het lidmaatschap van de raad van C.C.F. Bogaardt. *  In zijn plaats wordt per 1 november 1976 benoemd verklaard mevr. I.M. de Vries-van der Woude. Zij wordt als eerste vrouwelijk raadslid in de gemeente Voerendaal in de vergadering van de raad op 7 december 1976 door burgemeester J.W.H. Sieben beëdigd. * 
In 1976 wordt door de raad besloten om een krediet beschikbaar te stellen voor de bouw van een nieuw gemeentehuis. In 1961 was al een terrein verworven centraal gelegen tussen de dorpskernen Voerendaal en Kunrade, dat de naam gekregen had van Raadhuisplein. De raad stelde destijds al vast waar een nieuw gemeentehuis zou dienen te worden gebouwd. In mei 1960 was er al een krediet vastgesteld om ontwerpen te maken voor de bouw van een nieuw gemeentehuis. Aan dit raadsbesluit was geen uitvoering gegeven. * 
Het heeft echter tot in 1975 geduurd voordat deze klus weer goed werd opgepakt. Het college van burgemeester en wethouders starten de procedure op. Nadat een onderzoek naar de verbouwing en uitbreiding van het gemeentehuis aan de Hogeweg geen voordelen met zich meebracht, besluit men tot onderzoek naar nieuwbouw. *  Binnen het kader van bestuurlijke reorganisatie en gemeentelijke herindeling zou het verstandig zijn het gebouw zodanig te projecteren, dat het gebouw geen "status-symbool" wordt, doch een functioneel gebouw, dat eventueel straks voor andere doeleinden kan worden gebruikt. *  Er wordt eind 1976 zelfs een raadscommissie ingesteld, die de bouw van het nieuwe gemeentehuis gaat begeleiden. Deze commissie gaat fungeren als representant van de opdrachtgever, voor zowel de bouwkundige als financiële aspecten. * 
Op 18 januari 1978 wordt het nieuwe gemeentehuis officieel in gebruik genomen en op 15 september 1978 officieel geopend door de Commissaris der Koningin in Limburg dr. J. Kremers. Tevens is het ook de eerste keer in de geschiedenis van Voerendaal, dat er een nieuw gemeentehuis officieel geopend wordt, dat ontworpen en gebouwd is met de bestemming gemeentehuis. * 
In een aantal gemeenten rondom stedelijk centra ziet men een terugloop in het aantal inwoners, zo ook de gemeente Voerendaal. Het aantal inwoners per 1 januari 1976 bedroeg 8754 en per 1 januari 1977 waren dit 8688 personen, een daling van 66 personen.
In de komende jaren zet deze daling nog door tot in 1979, dan is er sprake van een kleine opleving, waarna de daling weer inzet. Eind 1980 is de bevolking op het peil van 8621 inwoners gekomen. * 
De maatschappelijke ontwikkelingen en de groei en samenstelling van de bevolking brengen ook vernieuwingen en wensen met zich mee.
In 1977 zijn er ontwikkelingen om te komen tot het instellen van een weekmarkt. Er is een toenemend aantal verzoeken van marktkooplieden en plaatselijke ondernemers (Vereniging van Zelfstandige Ondernemers Voerendaal) tot het mogen innemen van een standplaats langs de openbare weg voor de verkoop van waren.
Echter pas in 1979, na diverse onderzoeken, komt in februari een voorstel naar de raad om een besluit te nemen tot het instellen van een weekmarkt van beperkte omvang voor de gemeente Voerendaal, alsmede het vaststellen van een marktverordening. Er wordt door de raad besloten om iedere donderdagmiddag een "kleine markt" op het kerkplein van Voerendaal te houden. * 
In het kader van de plannen van de provincie om te komen tot een gemeentelijke herindeling van gemeenten in Zuid-Limburg zullen ook in de gemeente Voerendaal besprekingen en discussies volgen. Er wordt in raadscommissies en in een extra openbare raadsvergadering van 16 augustus 1977 de discussie-nota van de gemeente Voerendaal behandeld. In een schrijven van 19 augustus 1977 aan Gedeputeerde Staten geeft het college van burgemeester en wethouders aan, dat de raad van Voerendaal de voorkeur heeft uitgesproken voor handhaving van een zelfstandig Voerendaal. De oostgrens zou kunnen worden gevormd door de E39, een wegtracé, dat in het ontwerp-herindelingsplan grensscheidend is tussen de nieuwe gemeenten vanaf de Duitse grens tot Spaubeek, met uitzondering van ca. 3 km onder de gemeente Voerendaal. Het enige alternatief kan nog zijn: Voerendaal in zijn geheel opnemen in een landelijke gemeente.
Bij een eventuele herindeling, waarin Voerendaal niet zelfstandig kan blijven in zijn huidige vorm, dient aansluiting te worden gezocht bij gemeenten met eenzelfde karakter. De gemeenteraad heeft dit ook reeds in 1968 en 1969 betoogd. Het wonen in een kleinere landelijke gemeente draagt bij tot algemene welzijnsgevoelens met name op het punt van sociale contacten en gezondheidsbeleving. * 
Bij schrijven van 28 november 1977 hebben Gedeputeerde Staten van Limburg aan de raden van de gemeenten in Zuid-Limburg een exemplaar van het advies toegezonden, dat zij met betrekking tot de voorgenomen herindeling van Zuid-Limburg aan de Minister van Binnenlandse Zaken hebben verzonden. In de ontwerpregeling treedt de nieuwe gemeente Voerendaal in de plaats van de op te heffen gemeenten Klimmen en Voerendaal. * 
Bij brief aan Gedeputeerde Staten van 5 mei 1978, wordt herinnerd aan de brief van 17 augustus 1977, waarbij Voerendaal niet kon instemmen met toevoeging aan de gemeente Heerlen en ook ernstige bedenkingen had tegen splitsing van kernen, die thans tot de gemeente behoren. Aan het eerste bezwaar is tegemoet gekomen. Aan het bezwaar van splitsing is voor wat de dorpskern Ubachsberg niet tegemoetgekomen. Volgens het college van burgemeester en wethouders is en blijft het een niet verantwoorde ingreep in een in de historie gewortelde eenheid, indien Ubachsberg geen deel zou gaan uitmaken van de nieuw gemeente Voerendaal.
In een nota aan de minister worden nogmaals motieven aangehaald waarom de kern Ubachsberg bij de nieuwe gemeente Voerendaal zou moeten behoren en verzoekt de gemeente de minister dan ook om de zuidelijke begrenzing in de door de raad aangegeven zin te wijzigen. Uiteindelijk zal Ubachsberg onder de nieuwe gemeente Voerendaal komen te vallen. * 
Voordat op 31 mei 1978 de verkiezing van leden van de raad plaatsvindt, wordt op 31 januari door de raad een motie ingediend, waarbij de raad verklaard dat wethouder en plaatsvervangend-burgemeester G.H. Claessens het vertrouwen niet meer bezit. Door het ontslag als wethouder dient er ook een nieuwe plaatsvervangend burgemeester te worden aangewezen. Deze aanwijzing gebeurt op 23 februari 1978 en wel voor Willem Hubertus Maria Hermans, van beroep leraar aan de H.T.S. te Heerlen en is lid van de V.V.D. *  Zoals reeds gezegd, worden op 31 mei 1978 de verkiezingen van de gemeenteraad gehouden.
Benoemd worden de volgende leden in de raad: A.W.P. Beckers, G.W. Bisschops, F.W. Camps, G.H. Claessens, A.B. Engeln, H.A.A. Gubbels, W.H.M. Hermans, G.J.E. van Laar, K.M. Lemmens, F.J. Moonen, J.G.J. Schreijen, H.P. Vondenhoff en I.M. de Vries-van der Woude. * 
Met ingang van 1 februari 1980, de ingangsdatum van de pensionering van burgemeester J.W.H. Sieben, wordt hij, gelet op de gemeentelijke herindeling, belast met de waarneming van het burgemeestersambt in de gemeente Voerendaal. Helaas heeft hij zijn functie niet meer lang kunnen uitoefenen, want op 26 juni 1980 komt hij te overlijden. * 
Sinds 27 juni 1980 is er een vacature van burgemeester in de gemeente, door het overlijden van burgemeester Sieben. De Commissaris der Koningin besluit op 9 september 1980, gelet op het wetsontwerp betreffende de gemeentelijke herindeling van Zuid-Limburg en dat naar verwachting binnen afzienbare tijd de gemeente in zijn huidige vorm wordt opgeheven, het wenselijk is, dat in de waarneming van het burgemeestersambt wordt voorzien. Na raadpleging van de raad wordt Pieter Leonard Houben, geboren te Heerlen 21 maart 1916, wonende te Brunssum, vooralsnog voor een periode van zes maanden ingaande 1 oktober tot 1 april 1981 belast met de waarneming van het ambt van burgemeester der gemeente Voerendaal. De heer Houben was Chef van het Kabinet van de Commissaris der Koningin in Limburg. De installatie volgt op 10 oktober 1980. Bij besluit van de Commissaris der Koningin van 20 maart 1981, wordt P.L. Houben herbenoemd als waarnemer van de functie van burgemeester in de gemeente Voerendaal. Op 11 december 1981 volgt dan het besluit dat de tijdelijke waarneming van het ambt van burgemeester met ingang van 1 januari 1982 wordt beëindigd i.v.m. de opheffing van de gemeente in het kader van de gemeentelijke herindeling. * 
Bij wet van 21 mei 1981, Staatsblad 288, wordt de herindeling van gemeenten in Zuid-Limburg bekrachtigd en zal m.i.v. 1 juni 1981 in werking treden en de nieuwe gemeenten gaan 1 januari 1982 van start. * 
De verkiezing van de leden van de raad van de nieuwe gemeente Voerendaal vindt plaats op 21 oktober 1981. Als nieuwe raad zullen gaan fungeren: G.W. Bisschops, F.W. Camps, G.H. Claessens, H.A.A. Gubbels, W.H.M. Hermans, G.J.E. van Laar, K.M. Lemmens, A.J.G. Mertens, F.J. Moonen, T.H.M. van Oppen, P.A.M. Radermacher, P.H. Senden, G. Voogt, H.G. M. Winthagen en J.G.A. Winthagen. * 
Na de verkiezingen van gemeenteraden in het herindelingsgebied op 21 oktober 1981 zal ook gewerkt worden aan een profielschets voor een nieuw te benoemen burgemeester in de nieuwe gemeente. Op 2 november 1981 komt de gouverneur dr. J. Kremers vergezeld van zijn kabinetschef drs. L.P.J. de Bruyn naar de nieuwe raadsleden van Voerendaal om te overleggen. De afzonderlijke woordvoerders geven hun wensen en opmerkingen naar aanleiding van vragen mee aan de gouverneur. Deze sluit de discussie en zegt dat hij nu gaat doen wat ieder mens alleen kan doen nl. zijn best. Hij hoopt, dat hij Voerendaal een burgemeester kan brengen die datgene voor Voerendaal kan doen, wat hij moet doen. * 
In het kader van de herindeling worden de volgende personen als tijdelijk functionaris benoemd door Gedeputeerde Staten voor de nieuw gevormde gemeente Voerendaal belast met de functie van secretaris Ch.H. Geelen en als tijdelijk functionaris belast met de taak van ontvanger G.A.G. Biemans. * 
In de notulen van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Voerendaal, gehouden ten gemeentehuize op 29 december 1981 wordt, na de behandeling van de reguliere agendapunten, aandacht besteed aan de Gemeentelijke herindeling van Zuid-Limburg per 1 januari 1982.
Waarnemend burgemeester Houben als voorzitter van de raad spreekt hier over deze bijeenkomst als een historisch zitting. De samenvoeging van de oude gemeente Klimmen en de oude gemeente Voerendaal tot een nieuwe gemeente met de naam Voerendaal geeft hem aanleiding om een historische terugblik te doen. Zo gaat hij in op de geschiedenis en ontwikkeling van Voerendaal, de gevolgen voor de burgers, de bestuurlijke verhoudingen en het ambtelijk apparaat. De gevolgen voor de burgers zullen betrekkelijk zijn; sociaal en cultureel zullen de burgers blijven opgaan in het rijke plaatselijke verenigingsleven. Voor bestuur en ambtelijk apparaat zijn de consequenties diepgaander. Toch is hij van mening, dat de nieuwe gemeente Voerendaal zowel in kwantitatief als kwalitatief opzicht goed voor de dag komt. Het gemeentebestuur heeft dan ook die dag de vlag hoog in top uitgestoken, niet halfstok, maar voluit, fier wapperend. Dit omdat bij een goed samenspel van bestuur, ambtenaren en burgerij het nieuwe Voerendaal een goed nieuw tijdperk ingaat.
Met het eindigen van deze gemeente eindigt ook periode van het waarnemend burgermeesterschap van P.L. Houben. Hij dankt bij deze allen die het hem mogelijk hebben gemaakt om de afgelopen 15 maanden als burgemeester te fungeren in deze gemeente. Tevens wordt er afscheid genomen van 5 raadsleden die niet meer terugkeren in de nieuwe samenstelling van de toekomstige gemeente Voerendaal. Dit zijn: mevr. de Vries-van der Woude, de heren A.W.P. Beckers, A.B. Engeln, J.G.J. Schreijen en H.P. Vondenhoff. Namens de raad spreekt het scheidend raadslid A.B. Engeln, waarin hij naast de dankwoorden iets zegt over de samenvoeging van Klimmen en Voerendaal. Het huwelijk tussen Klimmen en Voerendaal is dan ook min of meer een "moetje". Moge het zo zijn als in het dagelijks leven, dat ook dit "moetje" resulteert in een goed huwelijk en navenant snel vruchten afwerpt.
Uit handen van wethouder Lemmens ontvangt de scheidend burgemeester als afscheidscadeau van de gemeente een tableau met het gemeente-wapen van Voerendaal, vervaardigd door de kunstenaar Jos Hermens uit Nuth. Aan het eind van deze historische zitting biedt het college van burgemeester en wethouders ieder raadslid het gemeente-wapen van Voerendaal in glas en lood aan. * 
Geschiedenis van het archief (1.2.)
Verantwoording van de inventarisatie (1.3.)
Lijst van Burgemeesters (1.4.)
Lijst van gemeentesecretarissen (1.5.)
Lijst van gemeente-ontvangers/comptabele (1.6.)

Kenmerken

Datering:
(1893) 1951-1981 (1983)
Auteur:
J. van der Meij en T.J.W.M. Slenders
Titel:
Gemeente Voerendaal, (1893) 1951-1981 (1983)
Omvang:
ca. 58 meter
Toegang:
inventaris
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld.
Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Rijckheyt, Centrum voor Regionale Geschiedenis, Heerlen. Toegang T204 Gemeente Voerendaal, (1893) 1951-1981 (1983)
VERKORT:
NL-HrlRi T204